Een veilig(er) sportklimaat

Leden, ouders van minderjarige leden, leiding, vrijwilligers, bestuur etc. respecteren over het algemeen elkaars grenzen. Grenzen die meestal heel vanzelfsprekend zijn, maar die af en toe heel duidelijk gemaakt moeten worden omdat gedrag, dat door de een als “een leuke manier van omgaan” wordt beschouwd, voor een ander te ver gaat. Soms écht te ver.

Ongewenst gedrag kun je herkennen. Zowel bij diegene die het veroorzaakt als bij diegene die het treft. Een duidelijke verandering in het gedrag bij iemand kan een teken zijn dat er iets aan de hand is. Als diegene bijvoorbeeld ineens geen zin meer heeft in bepaalde activi-teiten en daarvoor hieraan wel actief deelnam. Daar kunnen vervelende ervaringen achter zitten, maar dat hoeft niet. Soms vertelt iemand zelf dat er iets gebeurt dat niet prettig wordt gevonden. Andere personen krijgen bijvoorbeeld lichamelijke klachten zoals buikpijn, slaap-problemen en onverklaarbare angsten. Neem deze signalen serieus. Vraag ernaar bij de ouders of neem contact op met de vertrouwenscontactpersoon.

Ook de veroorzaker vertoont gedrag dat je mogelijk kunt herkennen. Bijvoorbeeld door zich af te zonderen met een kind en hem of haar erg veel aandacht te geven. Een veroorzaker zal misschien erg vaak willen invallen of andere leiding of vrijwilligers naar huis sturen (‘ik red het wel alleen’). Misschien heeft een mogelijke veroorzaker het vaak over onderwerpen die totaal niets met sportactiviteiten te maken hebben.

Belangrijk is in ieder geval om naar je gevoel te luisteren. Je voelt al snel of er bijvoorbeeld een gespannen sfeer is wanneer een bepaalde persoon aanwezig is. Dit kan overigens iedereen zijn: bestuur, leiding, ouder, vrijwilliger etc. Of je ziet dat iemand zich niet helemaal prettig voelt. Heb je twijfels, spreek die dan rustig uit en praat hierover met mensen die je echt vertrouwt of overleg met de vertrouwenscontactpersoon. Samen kun je dan kijken wat de beste aanpak is.

Het bestuur is zich er van bewust dat het niet makkelijk is om gedrag van een ander in twijfel te trekken en dit eventueel te melden. Want dan beoordeel je immers het gedrag van een ander en het voelt alsof je dan ook over die ander oordeelt en misschien zelfs veroordeelt. Toch is het heel belangrijk dat je met anderen kunt praten over afwijkend gedrag en je “niet pluis gevoelens” daarover. Blijf er dan ook niet te lang mee lopen, maar onderneem actie.

Wanneer een persoon iemand lastig valt met zijn of haar gedrag en die iemand zelf niet meer weet hoe deze de situatie moet worden opgelost, kunnen er verschillende dingen worden gedaan. De hulp van een teamgenoot, coach, of het bestuur kan worden ingeroepen.

Er kan echter ook eerst contact opgenomen worden met de vertrouwenscontactpersoon. Deze fungeert in eerste instantie als klankbord en kan helpen bij het zoeken naar een oplossing. Soms kan dat een informele oplossing zijn, waarbij de vertrouwenscontactpersoon eventueel bemiddelt. Indien noodzakelijk of gewenst kan deze betrokkene ook door verwijzen naar een andere instantie. Bij meer extreme vormen van ongewenst gedrag kan een meer formele oplossing voor de hand liggen.

De rol van de vertrouwenscontactpersoon moet niet onderschat worden en zijn de volgende begrippen van toepassing: inlevingsvermogen, onderscheidingsvermogen, tact en geduld, zorgvuldigheid. Maar ook specifieke vaardigheden zijn belangrijk zoals actief kunnen luisteren, er kunnen zijn voor alle partijen bij een incident, netwerken naar in- en externe partijen, in complexe situaties kunnen adviseren en verwijzen, verbaal en non-verbaal kunnen communiceren, omgaan met emoties van anderen etc.

Binnen onze vereniging heeft het bestuur mw. Bertie Kerckhoffs gevraagd deze rol op haar te willen nemen. Bertie heeft een lange “carrière” achter de rug binnen de vereniging. Zij is al ruim 40 jaar lid van de vereniging en van 1994 tot 2011 is zij voorzitter geweest. Na overdracht van het voorzitterschap is Bertie tot op heden nog steeds actief verbonden aan de vereniging en kent zij de vereniging van A tot Z. Daarnaast beschikt zij over een groot netwerk binnen de gymsport.

Bertie is telefonisch bereikbaar onder nummer 045-5410843. Uiteraard kan ook een email worden gestuurd naar het adres bertiekerckhoffs@ziggo.nl

Naast het benoemen van een vertrouwenscontactpersoon heeft het bestuur ook besloten om voor alle vrijwilligers (voor nieuwe maar ook voor zittende) een “Verklaring Omtrent het Gedrag” (verder VOG) aan te vragen. Dit is een verklaring waaruit blijkt dat gedrag geen bezwaar vormt voor het vervullen van een specifieke taak of functie binnen de samenleving in het algemeen. Zo zal iemand die ooit veroordeeld is voor ontucht met minderjarigen geen VOG krijgen voor trainer en of begeleider van een jeugdteam.

Het feit dat iemand zo’n verklaring kan overleggen betekent overigens niet dat iemand nooit met Justitie in aanraking is geweest. Een VOG is echter een goede mogelijkheid om meer zekerheid te verkrijgen over het verleden van een nieuwe (of zittende) trainer, leider, bestuurder of vrijwilliger.

Het aanvragen van een VOG kan de indruk wekken dat het bestuur nieuwe, maar ook al lang binnen de vereniging actief zijnde leiding en vrijwilligers, niet vertrouwt. Het tegendeel is echter waar en moet het aanvragen van een VOG meer worden gezien als een bevestiging van de integriteit dan als een “motie van wantrouwen”. Maar zoals reeds eerder gesteld heeft het bestuur ook de zorg voor een veilige omgeving binnen de vereniging en biedt een afgegeven VOG hiervoor enige mate van zekerheid.